Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de HEERE heeft mijn heer zeer gezegend, zodat hij [47]groot geworden is; en Hij heeft hem gegeven schapen, en runderen, en zilver, en goud, en knechten, en maagden, en kemelen, en ezelen. 47. Dat is, rijk en machtig; alzo onder hfdst.26 vs.13; 2 Kon.4:8.